Dirkje runt de crisisopvang voor Oekraïners. Samen met collega’s biedt zij mensen een plek waar ze zich veilig voelen en hun leven kunnen oppakken. Ze krijgt van de gemeente Dronten de ruimte om te doen waar ze goed in is. Benieuwd naar haar verhaal? Lees dan snel verder.

Sinds de oorlog in Oekraïne uitbrak op 24 februari 2022 kwam er een enorme vluchtelingenstroom op gang. Ook in Flevoland verblijven inmiddels honderden mensen in noodopvang en bij gastgezinnen. Projectleider Dirkje Nieuwenhuis runt de crisisopvang aan de Rede 60. Met een warm hart en een portie Hollandse nuchterheid zorgt zij samen met haar collega’s voor een veilige plek voor zo’n 120 Oekraïners.

Samen met collega’s biedt zij mensen een plek waar ze zich veilig voelen en hun leven kunnen oppakken. Met een achtergrond in de zorg en vluchtelingenwerk is Dirkje een echte vakvrouw. ‘Maar een oorlogssituatie met duizenden ontheemden uit Europa, wie hield daar nou rekening mee? Vanuit de gemeente is er veel vertrouwen in ons vakmanschap. We krijgen de ruimte om te doen wat wij denken dat nodig is.’

‘Als je zoveel mensen onder je hoede hebt, ontkom je er niet aan om regels op te stellen. Wij hebben vooral basis leefregels. Misdraag je je dan volgen stevige consequenties. Simpel. Natuurlijk bieden we ook hulp. Er is een huisarts die iedere week een spreekuur houdt, de wijkagent komt regelmatig even op bezoek. Jeugd- en gezondheidzorg komt langs voor hulp bij opvoedvragen.’

Hoewel de verschillende opvanglocaties informatie uitwisselen, is het onmogelijk om op alles voorbereid te zijn, en overal een beleid of protocol voor te hebben. Improvisatie en vernieuwing zijn aan de orde van de dag.

‘Een tijdje terug overleed er een bewoner. Een hartstilstand, we zijn gelijk gestart met reanimeren maar het mocht niet baten. De praktische zaken rondom zijn dood konden we snel regelen. Maar een waardig afscheid organiseren, voor iemand alleen, die zo ver van huis is, uit een cultuur die je nog maar net begint te leren kennen. Dat is andere koek. Veel bewoners hadden tijdens de herinneringsdienst eten meegenomen naar de recreatieruimte, waar ook een foto was van de overledene. Ze plaatsten een extra bord, zodat de overledene kon ’mee-eten’. Iedereen keek naar mij, dus ik moest iets. Op zo’n moment volg ik mijn gevoel. We hebben toen allemaal een herinnering of wens gedeeld. Dat was mooi.’